Tabita Blok
De natuur vindt zijn weg.
Het is niet zo moeilijk om een woord op mijn werk te plakken. De grote gemene deler is de natuur. Je ziet planten en dieren en vormen. Dat is wat ik interessant vind.
Kijk nou toch hoe mooi het is! Kijk!
Maar natuur is zo’n breed en algemeen begrip. Zodat ik vaak huiver om het als inspiratie te noemen. Bang om afgezaagd over te komen.
Dus waarschijnlijk is natuur voorlopig toch wel het juiste woord.
Het is niet altijd hetzelfde materiaal waarvoor ik kies. Dat wat ik wil maken en het materiaal moeten elkaar liggen. Soms gaat dat vanzelf en soms is het een zoektocht.
Er zijn dieren die slapen of dood liggen. Kwetsbaar en ontroerend. Vachten met vlechtjes, torens van wol. En dan is er een serie stoere Amaryllissen van brons.
Het laatste jaar is er een nieuwe ontwikkeling in vorm en materiaal. Meer en meer komen er grote organische plantvormen tot stand, gemaakt van houtwol en katoendraad. Ze groeien uit de wand of van een sokkel af. Het is een nieuwe manier van werken die voortkomt uit de taxidermie. Hierbij worden namelijk kunstlichamen gewikkeld van houtwol en draad. Ik ontdekte dat dat voor mij een hele prettige methode is om voor mijn beeldende werk te gebruiken. Het is een plastisch materiaal met eigen mogelijkheden.
Achtergrond.
Natuur inspireert mij maar ook het nadenken over natuur. En dan vooral nadenken over hoe ‘de mens’ de natuur ervaart door de geschiedenis heen.
‘De natuur’ is iets waar door de eeuwen heen veel op geprojecteerd is. Van ’de natuur voor zichzelf tot’ de natuur in dienst van de mens. Via het ‘boek der nature’ naar ‘spiegel van de natuur’.
Men projecteert zijn/haar gevoelens erop. Dat was vroeger al zo en dat geldt nog steeds, alleen met heel verschillende uitkomsten. Maar heeft dat iets met het zijn van de natuur te maken?