Zonder vooropgezet plan laat schilder Paul Smulders (Breda 1962) zich leiden door zijn schildermateriaal. Hij werkt met diverse verfsoorten, inkten en lakken, die elkaar beïnvloeden als betrof het een alchemistisch proces.
Door de kleurstoffen vrijelijk op elkaar te laten inwerken ontstaat er iets wat de schilder weliswaar in gang zet, maar dat zich deels toch als een onvoorspelbaar proces voltrekt.
In zijn huidige schilderijen staan motieven uit de natuur centraal. Smulders’ werk toont niet alleen landschappelijke motieven, maar laat ook de dynamiek zien die in de natuur werkzaam is. Hij toont de wisselwerking tussen twee soorten natuur: op het doek wedijvert het natuurlijk effect van een zo ongedwongen mogelijke schilderkunst met het aloude vormenspel uit de levende natuur.
Smulders’ schilderwerk ziet eruit als een dynamisch weefsel van organische vormen, waarvan je zou kunnen zeggen: ’Dit is het weefsel van de natuur, de samenhang zoals je natuur zou kunnen ervaren’, maar het lijkt evenzeer op een abstract werk, dat nu juist niet direct naar de natuur verwijst.
Bij het zien van Smulders’ werken is de strijd tussen beeld en materie, tussen structuur en chaos voelbaar. Hij wil dat het beeld verf en de verf beeld wordt. Van zijn schilderijen gaat zeker de suggestie van figuratie uit, maar die speelt op een niveau onder het oppervlak. In zijn doeken ervaart men de gelijktijdigheid van figuratie en abstractie.